9783990484548.jpg

Inhoud

Colofon

Proloog

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Hoofdstuk 8

Hoofdstuk 9

Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 11

Hoofdstuk 12

Hoofdstuk 13

Hoofdstuk 14

Hoofdstuk 15

Hoofdstuk 16

Hoofdstuk 17

Hoofdstuk 18

Hoofdstuk 19

Hoofdstuk 20

Hoofdstuk 21

Hoofdstuk 22

Epiloog

De vondeling

Hoofdstuk 1

Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6

Hoofdstuk 7

Epiloog

Colofon

Alle rechten op verspreiding, met inbegrip van film, broadcast, fotomechanische weergave, geluidsopnames, electronische gegevensdragers, uittreksels & reproductie, zijn voorbehouden.

© 2016 novum publishing

ISBN drukuitgave: 978-3-99048-453-1

ISBN e-book: 978-3-99048-454-8

Lectoraat: Saba Tekst en Design

Omslagfoto: Jan C. Voermans

Ontwerp omslag, lay-out & typografie: novum publishing

www.novumpublishing.nl

Proloog

Ik moet weg.

Het is nu of nooit. Werken is leuk, vooral als je het graag doet, maar er is een tijd dat ontspanning een broodnodige afwisseling is na een aantal hectische maanden.

Ik ben Maaike Versteeg, bezit een winkel waar dames die nu niet de maten van een mannequin hebben bijzonder goed kunnen slagen, vandaar de drukke maanden voor kerst.

Eigenlijk wordt mijn winkel door mijn cheffin geleid, ik doe het papieren werk en help af en toe met passen en verstellen

Ik ben negenendertig jaar, ongehuwd, heb een miserabele jeugd gehad, ben twee keer weggelopen van huis. Mijn ouders lieten mij door de politie opsporen en weer thuis brengen.

Zij zijn er eigenlijk niet in geslaagd mij een degelijke opvoeding te geven, Vader dronk, nee dat is eigenlijk niet waar. Hij kon niet tegen drank, was na twee borreltjes al niet in staat recht naar huis te komen. Moeder kon daar weer niet tegen en ik, ik was nogal een recalcitrant typetje.

Ik wist niet wie ik in de liefde op latere leeftijd moest kiezen, vrouw of een man. Ik heb me toen maar op de mode gestort van grote maten en ben daar goed in geslaagd, mede door goed personeel aan te nemen dat voor honderd procent achter ons concept staat.

Het is half november koud en regenachtig, echt Hollands weer. Tijd om mijn biezen te pakken!

Hoofdstuk 1

Ik ben het weer in Holland kotsmisselijk beu: regen, wind en geen zonnetje, het is bamisweer op dit moment en de vooruitzichten zijn ook niet van dien aard dat er enige verandering in komt. Vandaar … mijn camper inpakken en wegwezen. Over het werk hoef ik me geen zorgen te maken, dat is in goede handen. Mijn winkel draait onder leiding van mijn beste cheffin prima, dus kan ik rustig een paar weekjes weg naar warme oorden om een beetje te bekomen. Dat de winkel zo goed draait, is een wonder in deze tijd. We ontwerpen kleding in wat grotere maten en die dames zijn er in Nederland bijzonder veel. Wat we ontwerpen is fleurig en goed passend. En als dat laatste niet geheel de waarheid is, dan maken we het passend waar de klant zelf bij staat. Dat is volgens ons de grote kracht: ook al heb je niet de ideale maat, toch wil je er zo dicht mogelijk bij gekleed zijn en dat is de kunst om dat te bewerkstelligen.

Mijn camper is een oud Volkswagenbusje, waar ik een keukentje en een slaapplaats heb in laten bouwen. Hij is voorzien van een nieuwe motor, nieuwe banden en alleen te gebruiken als soliste. Een partner past er niet in, zal er ook niet inkomen ook. Aan mijn lijf geen polonaise. Wel af en toe omgang gehad met een man, maar het is altijd op niets uitgelopen. Of het aan mij lag, het kan, ik ben nogal veel eisend en ik denk dat ik liever met vrouwen omga dan met het mannelijke geslacht. Het ligt niet aan mijn uiterlijk, want dat schijnt voor de mannen bijzonder aantrekkelijk te zijn. Ik heb een leuk gezicht en als ik op mijn pumps met hoge hakken loop, heb ik de langste benen in mijn winkel. De rest van mijn uiterlijk past goed in een maatje veertig. wel aangepast her en der.

Het laden van mijn camper is een secuur werkje, want veel ruimte zit er niet in. Wel is er plaats voor een paar bikini’s, wat jurken, toiletspullen en ontbijtmaterialen. Het verdere eten gebeurt meestal in een restaurant. Alles geladen, dan ben ik vertrekkersgereed. Via Brussel naar Parijs waar ik daarna op de tolweg bij een benzinestation wel een eenvoudig hotel vind om te overnachten. Ik heb ooit op een parkeerplaats de nacht doorgebracht in mijn camper, maar dat is niet zo goed bevallen. Er komen ook grote vrachtwagens naast je staan, zelfs een keer met een lading knorrende varkens en dat de hele nacht door … Nee, dan slaap ik liever in een hotel met douche en ontbijt en meestal gratis koffie. Het is ook wat veiliger voor een alleenstaande vrouw. De volgende dag goed uitgerust over de tolweg naar de Franse kust waar ik een camping gevonden heb met ruime afgebakende plaatsen in een bosrijke omgeving met voeldoende schaduw en een vlakke ondergrond.

Camping Le Colombier is de naam, vlak bij Nice in een mooie pittoreske omgeving van Canges sur Mer. Je zit twee kilometer van de zeestranden en vlak bij de zuidelijke alpen. Na een voorteffelijke maaltijd van mosselen met een bourgondische witte wijn zoek ik mijn campertje op, om lekker uit te rusten, want het is toch een vermoeiende dag geweest. Nog even de zaak gebeld maar die waren al naar huis. Het was ook dom om op dit late uur dan nog te proberen iemand van de zaak aan de telefoon te krijgen.

Hoofdstuk 2

De nachtrust was heerlijk zonder onderbreking. Op een camping kan het weleens zeer luidruchtig zijn, vooral in vakantieperiodes, als er veel jongelui aanwezig zijn. Maar nu midden november is daar geen sprake van. Na een heerlijke douche en een nog beter zelfgemaakt ontbijt besluit ik een stukje te gaan wandelen in het stadje dicht bij de camping. Er is een leuke boulevard met winkels en restaurantjes. Ik besluit vanavond ergens te gaan eten op die boulevard. Onderweg krijg ik het eigenaardige gevoel gevolgd te worden. Sluiks kijk ik achter me maar ik zie niemand die aandacht voor me heeft. Behalve dan een paar oudere heren, die hebben puur belangstelling voor het vrouwelijke ras. Ik glimlach lief tegen ze en zwaai ze vrolijk toe en loop verder. Toch, het gevoel gevolgd te worden blijft bestaan en ik besluit wat etalages te bekijken en schielijk alle richtingen in de gaten te houden. Via de winkelruit speur ik de hele straat af, maar als ik gevolgd zou worden, dan is het een vrouw of een man die zijn vak goed verstaat, want ik zie niemand die ik kan verdenken. Het zullen wel idiote gedachten van mij zijn, want wie moet mij nu volgen, niemand kent mij hier. Dus wie heeft er nu belangstelling voor mij?

Aangekomen op de camping zet ik mijn enige meegenomen luie stoel buiten, pak de Libelle en voordat ik hem opengeslagen heb, val ik in slaap om pas tegen etenstijd wakker te worden. Ik was moe, het was ook druk in de winkel geweest met veel naai- en verstelwerk. Om alles voor Kerstmis klaar te krijgen zijn we tot diep in de nacht bezig geweest. Om toch fris en fruitig ’s morgens weer klanten te kunnen helpen, hadden we een paar pepmiddelen nodig. Ja ik weet het, is niet goed want je pleegt roofbouw op je lichaam, maar nood breekt wet en na de kerst kan ik uitrusten. En dat doe ik nu met volle teugen.

Ik maak een boterham voor me klaar en zet koffie. Ik vraag daarna aan de campingbeheerder waar ik een goede fiets kan huren en besluit die nog even te halen voor het avond wordt. En weer overvalt me het gevoel gevolgd te worden. Nu als het zo is, en ik moet toegeven, weinig aanknopingspunten te vinden voor deze veronderstelling, zullen ze als ik op de fiets naar de camping rijd hard moeten lopen!!!

Weer even naar de zaak gebeld, maar daar loopt alles op rolletjes, mijn cheffin heeft alles zeer goed onder controle. En als ik opper te denken dat ik gevolgd word, moet ze hard lachen en zegt voor alle zekerheid dat ze vooral niet wil dat ik getrouwd terugkom naar Holland!! Uit Bulgarije, waar ze vandaan komt, komen toch geweldig hardwerkende mensen. Die hebben nog humor ook. Na het gesprek voel ik me opgelucht en besluit maar op de camping mijn avondeten te nuttigen. Ze hebben een prima keuken in de campingkantine.

Ik besluit spareribs te bestellen, want ik heb zin om te kluiven en daarbij een karaf rode huiswijn te nemen. Die combinatie bevalt mij zeer en na een kop koffie is het tijd om het Volkswagencampertje op te zoeken, misschien kan ik nog eens proberen de Libelle te lezen. Maar algauw vallen mijn ogen dicht en kruip ik onder de wol en slaap tot het ochtendgloren.

Ik word wakker van het gekwetter van vogels, sta op en neem een douche. Op campings is dat niet altijd mooi en verzorgd sanitair, maar hier valt het wel mee, de douche geeft warm water en je kunt je kleden en drogen in een aparte ruimte. De campingwinkel heeft broodjes en beleg, ze smeren ze nog net niet, dat moet je zelf doen. Net als koffie zetten. Na een heerlijk ontbijt besluit ik te gaan wandelen in de vele bossen die hier in de omgeving van de camping liggen. het is mooi, lekker zacht weer, Ik heb een kaart waarop ik de wandeling heb uitgezet. Ik doe mijn wandelschoenen aan en een makkelijke broek en vertrek. Het is nog vroeg, nog net geen tien uur. Maar ’s morgens zijn de bossen op hun mooist. De vogels fluiten en de eekhoorns zijn nog niet mensenschuw. Ik wandel graag in de natuur, dat geeft rust en ontspanning. Lichaamsbeweging is voor mij bijzonder goed. Door mijn werk kom ik zelden in beweging; het is zitten, zitten en nog eens zitten.

Ook kun je je hoofd heerlijk leegmaken en nieuwe ideeën opdoen voor de arbeid waarmee je de kost moet verdienen. Menig vernieuwde invallen zijn op een wandeling ontsproten, alleen op dit moment is mijn hoofd leeg en denk ik nergens aan maar wandel en geniet.

Als ik midden in het bos loop, merk ik dat er nog een wandelaar achter mij rustig het pad volgt. En als hij of zij wat dichter bij mij komt zie ik tot mijn geruststelling dat het een vrouw is en ga door met mijn gemijmer en wandeling. Ze loopt sneller dan ik, ik voel haar naderen door het getik van haar stok. Als ze vlak bij me is draai ik me om om haar te begroeten, maar ik hoor het zwiepend geluid van haar stok die mij met een enorme slag in mijn nek raakt. Ik voel me half bewusteloos op de grond vallen en voor ik mijn bewustzijn helemaal verlies, voel ik nog de stok een aantal keren overal op mijn lichaam terechtkomen en een harde trap tegen mijn buik.

Wat ik nu beschrijf, is een gedeelte dat ik zelf weet, maar ook een gedeelte wat ik later gehoord heb, hoe het met mij naar de onverwachte aanval verder gelopen is.

Ik ben heel langzaam ontwaakt uit mijn bewusteloosheid. Het was pikkedonker, het moet dus nacht geweest zijn. Mijn hele lichaam verging van de pijn, ik probeerde mij hoofd enigzins te verleggen om mijn ademhaling te verbeteren. Dat lukte maar half. Toen ik het zand uit mijn mond gespuwd had, kon ik wat meer lucht krijgen. Ik hoorde een vreemd geknor boven mij, ik probeerde het gewicht dat op mij lag wat te verplaatsen, dat lukte heel moeizaam, omdat elke vezel van mijn lichaam van de pijn protesteerde. Na uren van wringen en en duwen had ik wat takken en boomstammen van mijn lijf gekregen en bemerkte ik dat ik in een niet al te diepe kuil lag. Het drong langzaam maar zeker tot mij door. Ze had mij levend begraven.

Dat weet ik zeker, het was een vrouw die dat gedaan had. Of dat nog niet genoeg was, had ze mij van het bospad over de grond dieper in het bos gesleept, vandaar dat ik helse pijnen had bij elke beweging die ik probeerde te maken. Schaafwonden, gebroken botten in armen en benen … en blauwe plekken waren de oorzaak van die pijn. Ze had me in een ondiepe kuil gedonderd en bedekt met alles wat ze maar kon vinden. Voor dat had ze al mijn kleren van mijn lijf gerukt en het allerergst, al haar seksuele lusten op mij botgevierd (ik ben daar pas later achtergekomen, omdat mijn vagina vanbinnen totaal kapot was, en mijn borsten bont en blauw bewerkt waren).

Ze moet alles wat van mij was, kleren, horloge, sieraden, geld en sleutels meegenomen hebben. Er is later niets gevonden wat van mij was, ook niet door de politie, maar daar kom ik later nog op terug.

Ik ben gedeeltelijk bevrijd door zwijnen. Die waren naar eten aan het zoeken en door hun gewoel zijn wat dikke takken opzijgeschoven en heb ik me kunnen bevrijden. Ik ben half bewusteloos uit de kuil gekropen.Op handen en voeten heb ik in het pikkeduister het pad gevonden. Lopen kon ik niet, wel kruipen.

Soms verloor ik weer mijn bewustzijn. Toch heb ik op goed geluk het pad gevonden en wist me te herinneren dat aan het begin van het bos een boerderij stond. Langzaam meter voor meter en soms weer terugvallend in een bewusteloze toestand bereikte ik de boerderij. Ik kon nog aankloppen voordat ik door de inspanning weer elk contact met de buitenwereld verloor. Later heb ik, nadat ik hun bezocht heb om mijn dankbaarheid uit te spreken, gehoord, dat ze verschrikkelijk geschrokken waren hoe ze mij daar bijna levenloos gevonden hebben. Ze hebben meteen de medische dienst gebeld die mij per ambulance direct naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis heeft gebracht. Daar ben ik drie keer geopereerd en hebben ze mij medicinaal vijf dagen in coma gehouden omdat de pijn niet te harden was. Achteraf gezien is een week verloren gegaan voordat de dokters met mij enig contact konden krijgen. Het tweede probleem was dat ik de Franse taal niet zo bij machte ben om een gesprek te kunnen voeren.

Toen ik enigszins, na een kleine week bij kennis kwam, vond ik op mijn nachtkastje een aantal voorwerpen die ik absoluut niet thuis kon brengen. Maar niemand kon mij vertellen wat dat precies voor dingen waren. En ik kon niet vertellen wie ik was en hoe ik aan die vreemde materialen was gekomen. Een tolk zou zeer handig geweest zijn, ook voor de politie, waar ik graag mijn verhaal aan kwijt wilde. Ook had ik veel vragen aan de dokters. Ze kwamen een aantal keren langs mijn bed om te proberen te vertellen waar en welke operaties ze hadden moeten uitvoeren. Maar de taal bleef een grote barrière.

Hoofdstuk 3

Pas de derde week na mijn opname in het ziekenhuis kwam er een verhoor van de Franse politie. Die brachten ook een tolk mee. Ik kon voor de eerste keer mijn naam vertellen en mijn adres. Het verhoor is genotuleerd, ik geef hier het verslag.

‘Wat is uw naam?’

‘Maaike Versteeg, 39 jaar oud en wonende in Amsterdam, Nederland.’

‘Hoe bent u hier gekomen?’

‘Ik ben met een camper, een Volkswagenbusje naar hier gekomen. Hij staat op camping Le Colombier.’

‘Heeft u nog papieren van de camper of van uzelf zodat wij kunnen controleren datgene wat u verklaart?’

‘Nee, ik ben alles kwijt. Ik had de sleutels en de papieren in mijn rugzak. Alles is weg, zelfs mijn kleren. Alleen die in de camper heb ik nog!’

‘Dus u kunt niet bewijzen wie u bent?’

‘Nee, alleen mijn busje staat nog op de camping,ik ben daar ingeschreven, dat kunt u verifiëren.’

‘Kunt u deze materialen die hier in uw kastje liggen, thuisbrengen?’

‘Nee, ik weet niet waar die vandaan komen. Wat ik wel denk te weten, omdat ik dat min of meer gehoord heb van de arts die mij geopereerd heeft, is dat ze uit mijn vagina zouden zijn gekomen!’

‘U heeft ze niet zelf ingebracht of door een ander laten inbrengen?’

‘Nee, natuurlijk niet!’

‘Sorry, ik moet die vraag stellen. Kunt u in het kort vertellen wat er volgens u in het bos gebeurd is?’

‘Wat ik weet is dat ik ben gaan wandelen in het bos en er achter mij een vrouw mij langzaam naderde. Dat hoorde ik door het getik van haar stok op de losse stenen her en der. Toen ik me omdraaide om haar te begroeten, sloeg ze met de stok tegen mijn nek. Ik viel half bewusteloos op de grond en kreeg een aantal trappen en stokslagen tegen mijn lichaam op diverse plaatsen waardoor ik bewusteloos raakte!’

‘Heeft u zich nog kunnen verdedigen?’

‘Nee het ging zo onverwachts, zo snel dat ik me niet eens kon verbazen of verdedigen. Ik wist niet wat mij overkwam of wat er gebeurde!’

‘Wat weet u nog meer?’

‘Ik weet dat ik half bij bewustzijn ben gekomen en het geluid van zwijnen hoorde. Dat ik een enorme pijn had over mijn hele lichaam, mijn mond vol zand zat. Dat ik mijn hoofd ietsje heb proberen te verdraaien om het zand uit mijn mond te spugen en … zo wat meer lucht te krijgen. Ben toen moeizaam bezig geweest me uit te graven, … uit mijn graf. Dat ging heel slecht, door de pijn heel langzaam. Het was mijn graf, dat wilde de dader, ik lag daar in mijn graf, ik had dood moeten zijn!!’ Maaike snikte het uit, ‘dood snapt u dat … dood?’ De dokter was stilletjes bij het bed van Maaike komen staan en zag haar heftige emotie. Hij maakte een eind aan het verhoor. Maaike kreeg een rustgevende pil en viel in een onrustige slaap.

Hoofdstuk 4

De volgende dag kwam de politieman weer terug met zijn vrouwelijke tolk. Voordat hij begon, vroeg hij belangstellend of het weer ging en of ik toch een beetje geslapen had.

Ik bevestigde dat het weer een beetje ging.

‘Ik heb een nare mededeling mevrouw, uw Volkswagenbus is niet meer op de camping, de campingeigenaar heeft een monteur gesproken die vertelde dat er een onderhoudsbeurt gepleegd moest worden en heeft de bus meegenomen. Heeft u daar eventueel opdracht voor gegeven?’

‘Nee natuurlijk niet, de bus was thuis helemaal nagekeken!’ Ik keek de vertaalster verslagen aan: ‘Mijn camper gestolen, mijn kleren gestolen, mijn papieren allemaal weg, mijn geld mijn god o mijn god ook mijn pas. ze kunnen ook al mijn geld van de bank afhalen!’

‘Rustig mevrouw, als wij weten welke bank u heeft, dan laten wij uw rekening blokkeren. Trouwens de bank zal deze maatregel zelf al genomen hebben als ze zien dat er veel van uw rekening afgaat.’

Maaike noemde de naam van de bank, de vertaalster pakte haar telefoon en belde de naam door naar haar kantoor, die zouden er direct werk van maken.

‘Kunnen we nu doorgaan met de ondervraging?’ vroeg de politieman via zijn tolk.

Maaike knikte, alhoewel al die gegevens haar weer volkomen uitgeput hadden, had ze dat liever, al wat zij zelf nog wist, ook aan de politie te vertellen, dit in het belang om de daderes zo snel mogelijk op te pakken. Ze moet verdorie zo snel mogelijk gearresteerd worden!!

‘Kunt u mij vertellen hoe het verder met u is gegaan?’ vroeg de agent.

‘Dat weet u eigelijk al, ik ben naar de boerderij gekropen, daar heb ik in mijn beleving uren over gedaan. Onderweg ben ik vaak flauwgevallen van de pijn. Zij hebben mijn bonzen op de deur gehoord en de hulpdiensten gebeld. Die hebben mij, wat ze mij hebben verteld gestabiliseerd en naar het ziekenhuis gebracht.’

‘Oké, we stoppen ermee, morgen wil ik met u nog enige details doornemen, die erg belangrijk zijn voor het onderzoek, rust u alstublief goed uit, dan zien wij u morgen weer!’ De agent stond op en verliet met zijn vertaalster de ziekenkamer.

Maaike gleed vermoeid in de kussens, tranen welden uit haar ogen. Wat gebeurt er toch allemaal en waarom, waarom treft het mij? Wie zit hier achter en wat willen ze van mij? Allemaal vragen waar geen antwoord op komt. En als ik geen antwoorden kan vinden, wie dan wel?

Hoofdstuk 5

De volgende dag kwam er geen politie. Ze hadden geen toestemming gekregen het verhoor voort te zetten. Later hoorde Maaike dat ze op zoek waren geweest bij diverse garages of er een Volkswagenbusje binnengebracht was voor reparatie. Tevens hadden ze de bossen uitgekamd op zoek naar sporen. Ze hadden de ouders van Maaike opgespoord en deze ingelicht. Ze waren te oud om nog het vliegtuig te pakken, ook waren ze het contact met hun dochter al jaren kwijt. Ze waren te ver uit elkaar gegroeid. Ze wisten dat Maaike in goede handen was, en dat was voor hun voldoende!

Ook hadden ze de zaak opgespoord, die hadden het nog steeds druk, dus bleef Maaike zonder bezoek en bleef ze er alleen voor staan omdat niemand tijd had om haar te ondersteunen. Heb ik zelfmedelijden of ben ik altijd zo eenzaam geweest? Wel potverdomme, kom op meid, zet die idiote gedachten uit je hoofd, je bent wie je bent en daarmee uit. Het was de eerste oppepper die ik mezelf gaf, dit na alle gebeurtenissen van de laatste tijd.

De politie was de volgende dag al vroeg present en na een vriendelijke begroeting begon hij meteen met een aantal mededelingen. Ze werden door de vertaalster omgezet in voor mij begrijpbaar Nederlands.

‘Madam, wij hebben de bossen uitgekamd, maar geen plek gevonden waar u eventueel ‘begraven’ hebt gelegen, er zijn legio kuilen daar, die worden door wilde zwijnen gegraven op zoek naar iets eetbaars. We hebben met twintig man gezocht maar niets gevonden. Ook geen stukje kleding van u. Geen horloge, tas, schoenen, niets, hoe vindt u dat?’

Maaike haalde haar schouders op. ‘Dan heeft ze alles mee, of heeft u op de verkeerde plek gezocht!’

‘Zé, weet u het zeker dat een vrouw u aangerand heeft?’

‘Het was een vrouw, dat heb ik gezien toen ik achterom keek, haar kleding en de manier van lopen was duidelijk vrouwelijk. Het stelde mij ook gerust dat er geen man achter mij liep maar een vrouw.’

‘Kan het ook zo zijn dat het een man was, verkleed als vrouw?’

Maaike moest diep nadenken, ‘… Nee dat geloof ik niet, het was een vrouw, wat ik wel raar vond, ze droeg handschoenen terwijl het toch warm weer was. Maar ik dacht dat het voor de stok was waarmee ze liep.’

Ze verlieten beiden mijn kamer met een vriendelijke groet en beloofden de volgende dag weer terug te komen met hopelijk wat opbeurend nieuws.

Hoofdstuk 6

De volgende morgen was alleen de vrouwelijke tolk er, de politieagent was niet meegekomen. Ze vertelde dat ze nog steeds bezig waren met het onderzoek,maar er waren,eigenlijk geen aanknopingspunten. Het DNA wat op mijn lichaam gevonden was, was van mijzelf, er was geen DNA gevonden van de aanvalster, ook de camper was niet gevonden. Die was met grote zekerheid voorzien van andere nummerborden en een ander kleurtje en wordt nu ergens in het buitenland gebruikt. Hij kan in zijn geheel uit elkaar genomen zijn en als onderdelen geld opgebracht hebben. De tolk zei: ‘Ook alle materialen die uit uw vagina zijn gekomen, hebben geen sporen van DNA opgeleverd. Of u verkracht bent is ook niet vast te stellen, vandaar dat de politie geen succes heeft met het vinden van de dader.

De bank heeft uw rekening geblokkeerd, er was ongeveer al duizend euro afgeschreven en wel in een stad in Bulgarije. De bank stort deze afschrijving terug op uw rekening.Tevens heb ik een telefoonnummer voor u, dan kunt u de bank bellen om uw financiële zaken te regelen. Dit als u weer teug mag reizen naar Nederland.